Menu Sluiten

Overbelasting bij pups en jonge honden

Wanneer de jonge pup zijn intrede doet in het nieuwe huisgezin, zijn daar meestal veel voorbereidingen aan voorafgegaan. Natuurlijk is de nieuwe huisgenoot meerdere malen bij de fokker bezocht. Maar ook zijn de nodige inkopen gedaan: een mand en/of een bench, verschillende speeltjes, speciaal puppyvoer, kluifjes voor de hond en een nieuwe halsband met riem. Aan alles is gedacht. Voorzien van allerlei raadgevingen van de fokker kom je met de pup thuis. ’t Liefst zou iedereen nu dit wereldwonder willen aanschouwen, maar je hebt gehoord dat dat niet goed is voor de pup. Alle bezoekjes worden daarom nog even uitgesteld. De pup krijgt uitgebreid de kans om zijn nieuwe omgeving te ontdekken en valt na enige tijd uitgeput in slaap.

Meelopen

De hele familie heeft zich al tijden verheugd op de komst van de nieuwe hond en in het begin wordt er om gevochten wie de hond mag uitlaten. Dit uitlaten stelt nog niet veel voor: de pup vindt het lopen aan de lijn nog maar eng, en hij wil ook nog niet ver van huis. Gelukkig komt daar snel verandering in; de pup is in staat om netjes aan het riempje met je mee te lopen. Aardig is dan dat je in het park allerlei andere hondeneigenaren tegenkomt. Je laat je pup met de andere (volwassen) honden spelen. Hij moet immers aan alles wennen!

Schouwspel

Spelen met andere honden (vooral ook andere rassen) is prima voor de (sociale) ontwikkeling van de pup. Het verbetert de communicatie, de pup leert zijn handelingen te timen en oplossingsgericht bezig te zijn. Bovendien is het spel tussen puppy’s onderling voor ons mensen een heel aardig schouwspel. Je kunt er uren naar kijken. En juist daar maken we een fout! Maar al te vaak wordt gedacht dat puppy’s wel uit zichzelf zullen stoppen met spelen als ze moe zijn. Niets is minder waar! Net zoals bij een klein kind, kent een pup zijn grenzen niet. Hij gaat door met spelen totdat hij er letterlijk gebroken bij neervalt. Als baas dien je je pup in bescherming te nemen en het spel op tijd te stoppen.

Verkeerd

Het beendergestel van een jonge pup bestaat bijna geheel nog uit kraakbeen. Het meeste kraakbeen gaat tijdens de groei over in been. Dit proces duurt ongeveer één à anderhalf jaar. Tijdens deze groei kan er van alles misgaan, vooral bij de wat grotere en zwaardere rassen zoals de Duitse herder. Een verkeerde belasting of overbelasting kan ervoor zorgen dat het kraakbeen/bot op een verkeerde manier groeit. Ook is het mogelijk dat er botgroei optreedt op plaatsen waar dat niet normaal en/of gewenst is. De gevolgen kunnen divers zijn, maar heupdysplasie (HD) is de meest bekende. HD wordt niet alleen erfelijk bepaald; de manier waarop een pup opgroeit is ook van grote invloed op het wel of niet voorkomen van HD. Dit betekent dat je je als puppyeigenaar aan een aantal regels dient te houden!

Over de grenzen

Het eerste jaar kun je nog geen lange wandelingen met je hond maken, ook al lijkt het alsof hij het aankan. Ten eerste laat een pup, net zoals een kleuter, niet merken wanneer hij zijn grens heeft bereikt. Je ziet pas aan de hond dat hij moe is wanneer hij zijn grenzen al ver overschreden heeft. Overbelasting heeft dan al plaatsgevonden. Als vuistregel kun je de volgende berekening aanhouden: de duur van een wandeling is het aantal maanden dat de hond oud is maal vijf minuten. Met een pup van 16 weken (4 maanden) loop je dus maximaal 4 x 5 = 20 minuten per wandeling. Het is beter om vaker een kort stukje te lopen dan één keer een lange wandeling.

Aanlijnen!

Ten tweede loopt een hond tijdens een wandeling minstens drie keer zoveel als jijzelf. Hij rent heen en weer, snuffelt overal, gaat de bosjes in en komt weer terugrennen, enzovoort. Vooral als je met meerdere honden loopt, blijft een pup heen en weer rennen; hij moet alles in de gaten houden. Aan de ene kant is het goed dat een pup los met je meeloopt. Hij leert de baas in de gaten te houden en doet veel nieuwe ervaringen op. Wanneer je alleen met je pup wandelt, is loslopen ook prima. Als er meerdere honden meegaan, zul je je pup echter tegen zichzelf moeten beschermen. Aanlijnen dus! Je dwingt hem dan om voornamelijk rechtlijnige bewegingen te maken en het aantal keren dat hij heen en weer loopt wordt beperkt. Bij mijn jonge hond gebruik ik een tuig in plaats van een halsband tijdens deze wandelingen. Op die manier loop ik niet het risico dat hij door een plotselinge beweging (bijvoorbeeld als hij achter een andere hond aan gaat) een nekblessure oploopt.

Gelimiteerd

Met meerdere honden in huis is er altijd wel eentje die bereid is met een pup te spelen. Spelen op zich is niet verkeerd, maar als baas dien je dit wel aan regels te onderwerpen. Het aantal keren per dag dat er met elkaar wordt gespeeld, evenals de duur van het spel, moet worden beperkt. Twee tot drie keer per dag een paar minuutjes (echt niet langer!) spelen is meer dan voldoende. Laat de honden zeker niet op gladde vloeren spelen; het risico van uitglijden en onverwachte bewegingen is dan een stuk groter. Als roedelleider geef je duidelijk aan wanneer het spel voorbij is. Als je dit niet kunt waarmaken, is het scheiden van de honden de enige oplossing. Een bench is daarbij een prima hulpmiddel. Vergelijk het maar met een box waarin je een baby af en toe zet. En natuurlijk laat je de pup niet samen met de volwassen honden in één ruimte wanneer je zelf weggaat. Dan heb je er geen controle over! Ook de oudere honden ervaren het als zeer rustig wanneer een drukke pup even in de bench zit.

In de remmen

Niet alleen spelen met andere honden is leuk, maar spelen met de baas ook. Als baas ben je reuze trots wanneer je hond al achter een balletje aanrent en dat terugbrengt. In het begin kun je de bal maar een klein stukje weggooien, maar al snel rent je pup of jonge hond een heel eind achter de bal aan. Een prettige bijkomstigheid is dat jij zelf kunt blijven staan en je hond zo toch beweging krijgt. Toch is achter een bal aanrennen niet alleen maar positief. Een bal stuitert bij het neerkomen nog wat door en kan anders terechtkomen dan de hond inschat. Hij rent erachteraan, remt plotseling, draait onverwachts en maakt daarbij schadelijke bewegingen. Laat een jonge hond niet eindeloos achter ballen aanrennen; een paar keer is meer dan genoeg. Om plotselinge bewegingen te beperken, kun je je hond even vasthouden totdat de bal stil op de grond ligt. Zo hoeft hij niet plotseling af te remmen en kan hij de afstand beter inschatten.

 

Trappen

Een pup mag geen trappen lopen of in en uit de auto springen voordat hij volgroeid is. Vooral traplopen naar beneden en uit de auto springen is een zware belasting omdat honden geen sleutelbeenderen hebben. Je moet je pup wél leren om trappen op en af te lopen. Doe dit bij voorkeur niet thuis, maar bijvoorbeeld in een winkelcentrum met brede, niet te hoge treden. Ondersteun hierbij de borst van de pup.

Uit ervaring weet ik dat het eerste jaar met je hond niet meevalt. Je wilt zoveel met hem doen. Het lijkt erop alsof hij al zoveel kan als hij een half jaar oud is. Toch moet je je beheersen. Ga verstandig om met de beweging van je pup en jonge hond. Zo voorkom je blessures of onherstelbaar letsel zoveel mogelijk.

Marian Servaas
Dog-Life Hondenschool